Artikel 1 – Toepassingsgebied
Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.
Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.
Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties of private kermissen.
Artikel 2 – Data, prijs, openingsuren van de kermissen
Het gemeentebestuur verleent openbaar het uitsluitend uitbatingsrecht der standplaatsen van de kermissen op het openbaar domein in de gemeente De Haan, waarbij de plaats rechten voor kermissen als volgt worden vastgesteld:
A. De Haan-Centrum
- Krokuskermis: krokusvakantie – Oude Loskaai.
Een standplaatsvergoeding van € 50,00.
- Augustuskermis: op de vierde zondag van augustus (van de vrijdag vóór tot en met de dinsdag na). Indien de maand augustus vijf zondagen telt, kunnen de attracties met standplaats op de Oude Loskaai blijven staan tot na de vijfde zondag van augustus, mits betaling van een bijkomende vergoeding van ¼ van de bekomen standplaatsvergoeding.
Categorie | Omschrijving | Standplaatsvergoeding |
Cat A | Kleine behendigheid (pikballon, ballenspel, basketspel, animal-game, koordje-trek, … | € 100,00 |
Cat B | Trampoline, kurken-schieten, euroball, schietkraam, eendjesspel … | € 200,00 |
Cat C | Kindermolen, rupsmolen, autoscooter, luna-park, kinderachtbaan, kinderbuggy’s, lachkasteel, gebakkraam, … | € 250,00 |
B. Wenduine
- Pinksterkermis: op vrijdag- en zaterdagnamiddag vóór Pinksteren, op Pinksterzondag en –maandag, dinsdagnamiddag, woensdagnamiddag, donderdagnamiddag, vrijdagnamiddag, zaterdagnamiddag en op zondag na Pinksteren.
Een standplaatsvergoeding van € 50,00.
C. Vlissegem
- Vlissegem-kermis: op de derde zaterdag, zondag en maandag van juni.
Een standplaatsvergoeding van € 50,00.
De staanplaatsvergoeding die verschuldigd is ook wanneer de standplaatshouder, om welke reden ook, de uitbating zou stopzetten of vroegtijdig beëindigen zonder daartoe gemachtigd te zijn door de gemeente, zal jaarlijks aangepast worden aan het indexcijfer der consumptieprijzen.
De aanpassingen zullen automatisch en van rechtswege op iedere verjaardag van kracht worden van onderhavige standplaatsvergoedingen en worden herzien op basis van volgend formule:
Jaarlijkse standplaatsvergoeding x nieuw indexcijfer
Aanvangsindexcijfer
- Nieuw indexcijfer = indexcijfer van de maand die de verjaardag van het kracht worden van dit reglement voorafgaat.
- Aanvangsindexcijfer = het indexcijfer van de maand december 2022.
Het verschuldigde bedrag wordt afgerond naar boven, naar de eerstvolgende euro.
De openingstijden van de kermissen als volgt vast te stellen:
a) Vrijdagen: van 16.00 tot 23.00 uur;
b) Zaterdagen: van 11.00 tot 23.00 uur;
c) Zon- en feestdagen: van 11.00 tot 23.00 uur;
Uitzondering: Pinksterkermis Wenduine – op Pinkstermaandag opent de kermis na het voorbijgaan van de Zeewijdingsprocessie.
d) Weekdagen: van 15.00 tot 23.00 uur.
Artikel 3 – Voorwaarden inzake toewijzen standplaatsen
De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan de houders van een ondernemingsnummer dat actief is en dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt. Buitenlandse foorreizigers zonder vestiging in België moeten zich voor hun inschrijving in de KBO wenden tot de Belgische btw-administratie.
De kermisuitbater moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:
- de uitbater is behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico’s;
- de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert;
- als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen;
- als het een speeltoestel betreft: dient de attractie te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen;
- de vestiging van kermisgastronomie en de personen die er werken voldoen aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.
Artikel 4 – Verhouding abonnement – losse plaatsen
De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel.
De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:
- in geval van absolute noodzaak;
- wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties).
De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.
Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
De regel van drie geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.
Artikel 5 – Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen
5.1 Vacature en kandidatuurstelling standplaats
Wanneer een standplaats vrijkomt, zal deze vacature worden bekend gemaakt door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht vermeld op de gemeentelijke website.
De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.
5.2. Onderzoek van de kandidaturen
Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden vermeld in artikel 3 van dit reglement.
De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
- de aard van de attractie of van de vestiging;
- de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;
- de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
- de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
- de deskundigheid van de uitbater, van de aangestelde verantwoordelijken en van het tewerkgesteld personeel;
- desgevallend, de nuttige ervaring;
- de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.
Indien er op basis van voormelde criteria geen onderscheid kan worden gemaakt tussen de kandidaturen is er een loting mogelijk.
Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.
5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats
Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mede bij een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding of hetzij per duurzame drager (email) met ontvangstbewijs.
Artikel 6 – Het register of plan met de toegewezen standplaatsen
Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats de volgende zaken worden vermeld:
- de situering van de standplaats;
- de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;
- de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
- de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats werd toegewezen;
- desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats werd toegewezen en het adres van haar maatschappelijke zetel;
- het ondernemingsnummer;
- de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats is toegelaten, met vermelding van de technische specificaties;
- de standplaatsvergoeding;
- desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.
Artikel 7 – Spoedprocedure
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,
- hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure;
- hetzij omdat ze in tussentijd vacant zijn geworden;
- hetzij ten gevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder;
kan er worden voorzien in een spoedprocedure.
De spoedprocedure wordt als volgt bepaald:
- het college van burgemeester en schepenen raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Het richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
- de kandidaturen worden schriftelijk ingediend tegen ontvangstbewijs;
- het college van burgemeester en schepenen gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 5.2, als eerste en tweede lid van dit reglement;
- een proces-verbaal zal worden opgemaakt dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
- indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft het in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;
- het deelt aan iedere kandidaat, bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding of hetzij per duurzame drager (e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.
Het plaatsen van de kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein. De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8 – Duur abonnement
Het abonnement heeft een duur van 5 jaar. Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bij het opschorten of het afstand doen van het abonnement.
De houder van een abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt het af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9 – Opschorten van het abonnement
De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:
a) hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
- door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest;
- door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op het einde van de kermis.
Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens 30 dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.
b) hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblijk plaats heeft:
de opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden vóór de begindata van de kermissen. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen. De aanvraag van opschorting van een abonnement wordt betekend bij per post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij per duurzame drager (e-mail) met ontvangstmelding. Bij ontstentenis van verwittiging blijft de standplaatsvergoeding verschuldigd, zelfs indien de betrokkenen de kermis niet heeft bezocht.
Artikel 10 – Afstand van het abonnement
De houder van een abonnement kan afstand doen van zijn abonnement :
- bij de vervaldag van het abonnement mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
- bij stopzetting van zijn activiteiten mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
- indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit omwille van de redenen vermeld in artikel 9 a. De opzegging gaat in op de 30ste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid;
- bij een vervroegde beëindiging van zijn abonnement voor andere motieven mits toestemming van het college van burgemeester en schepenen.
- de rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.
Artikel 11 – Schorsing en opzegging van abonnement
Het recht op de verworven standplaats kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst of definitief worden ingetrokken:
- indien de houder van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging;
- indien de houder na twee schriftelijke aanmaningen de goede gang van zaken blijft storen en tegen het kermisreglement blijft handelen;
- bij het niet naleven van verplichtingen, opgelegd door wetten, decreten en besluiten, ambulante handel, de handelspraktijken, ruimtelijke ordening en stedenbouw, hinderlijke inrichtingen en alle verordeningen van het gemeentebestuur, in het bijzonder de toepasselijke politiereglementen;
- indien de houder de verschuldigde standplaatsvergoeding niet binnen de gestelde termijn heeft vereffend;
- indien de houder schade of bevuiling heeft veroorzaakt aan het openbaar domein en de herstellings- of opruimingskosten weigert te betalen;
- wanneer de houder herhaaldelijk afval achterlaat bij het verlaten van zijn standplaats of de ambtshalve aangerekende kosten voor het opruimen weigert te betalen;
- indien de houder zijn standplaats vroeger verlaat dan toegelaten;
- bij faillissement van de houder of wanneer de houder niet langer beschikt over een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat.
In voorkomend geval ontstaat geen recht op terugbetaling van een gedeelte van de standplaatsvergoeding of op enige schadevergoeding.
De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of een duurzame drager (e-mail) tegen ontvangstbewijs.
Artikel 12 – Overdracht standplaats
De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:
- als de ondernemer in de Kruispuntbank van Ondernemingen is ingeschreven voor het uitbaten van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie;
- als men de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijziging van specialisatie of technische specificatie is in uitzonderlijke gevallen mogelijk mits toelating van het college van burgemeester en schepenen.
Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
De inname van de overgedragen standplaats door de overnemer is pas toegelaten als de overnemer voldoet aan de voorwaarden inzake het toewijzen van de standplaatsen.
Artikel 13 – Inname standplaatsen
De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement kunnen ingenomen worden door de volgende personen:
1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;
2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon, aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke personen of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;
5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen vermeld in punt 1 tot 4.
De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap voor wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteiten uitoefenen, buiten de aanwezigheid aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen.
Artikel 14 – Vooropzeg vanuit de gemeente
Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van 12 maanden van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement.
In geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan waarbij de houder zijn abonnement behoudt geldt een termijn van 6 maanden.
In gevallen van absolute noodzakelijkheid is geen minimumtermijn van vooropzegging van toepassing.
Artikel 15 – Verkoop van drank en eetwaren
Bij het aanbieden van eetwaren e.d. als koopwaar dienen deze alle waarborgen te bieden voor de gezondheid van de gebruikers. De waren dienen te beantwoorden aan de wettelijke bepalingen ter zake. Het college van burgemeester en schepenen kan tijdelijk of definitief de toegang tot de kermis ontzeggen aan diegene die een veroordeling oploopt voor het te koop stellen van slechte waren.
Artikel 16 – Kansspelen, e.d.
Kans- en/of geldspelen, loterijen en tombola’s in strijd met de bestaande wetgeving zijn verboden. Het is de kermisuitbaters verboden premies van gelijk welke aard aan hun cliënten te geven. Onzedelijke of weerzinwekkend geachte schouwspelen zijn niet toegelaten.
Artikel 17 – Standplaatsvergoeding
De standplaatsvergoeding wordt volledig vereffend door overschrijving op de bankrekening van het gemeentebestuur De Haan binnen de maand na ontvangst van de desbetreffende uitnodiging tot betalen. Wanneer de standplaatsvergoeding niet binnen de gestelde termijn is betaald, brengt de verschuldigde som ten voordele van de gemeente nalatigheidsintresten op, berekend tegen de rentevoet en volgens de modaliteiten geldend inzake directe belastingen.
Bij laattijdige betaling behoudt het college van burgemeester en schepenen zich het recht voor de standplaats opnieuw toe te wijzen aan een andere kermisuitbater. Genoemd college moet schriftelijk minstens drie maanden vóór het plaatshebben van de kermis worden verwittigd door de kermisuitbater die zijn standplaats niet kan innemen.
Artikel 18 – Opstellen kermisattracties
Het plan van de kermissen wordt door het college van burgemeester en schepenen vastgelegd. Bedoeld plan zal o.a. de standplaatsen en hun wijze van toekennen bepalen.
De kermisuitbater dient zich te gedragen naar de bevelen van genoemd college of zijn gemachtigde betreffende de schikkingen der standplaatsen. Er wordt geen rekening gehouden met gebeurlijke voorwaarden welke in de aanvraag van de kermisuitbater zouden zijn gesteld.
Elke kermisuitbater beschikt enkel over zijn toegewezen standplaats, het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden.
Het verblijf van voertuigen en wagens op het kermisplein is verboden met uitzondering van deze die voor de uitbating noodzakelijk zijn. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt alleen en zonder mogelijkheid van beroep over de noodzakelijkheid. De geweerde voertuigen en wagens dienen te worden geplaatst rekening houdend met de van kracht zijnde politiereglementen.
Artikel 19 – Aanduiding der tarieven
Bij elke kermisattractie dient het tarief te worden aangeduid. Deze tariefaanduiding moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn, zij moet op een goed zichtbare plaats worden aangebracht en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden.
De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet worden gewijzigd. De aangegeven tarieven zijn de maximumtarieven die gedurende de gehele duur van de kermis gevraagd mogen worden.
Artikel 20 – Plaatsen en afbreken van de kermisattracties
De standplaatsen mogen worden ingenomen vanaf 16 uur, twee dagen vóór de opening van de kermis, uitgezonderd de Pinksterkermis waar de standplaatsen pas mogen worden ingenomen na afloop van de wekelijkse openbare markt. Alle standplaatsen dienen ingenomen te zijn ’s middags van de dag van de opening, zo niet behoudt het college van burgemeester en schepenen zich het recht voor de niet ingenomen standplaatsen aan een andere kermisuitbater toe te wijzen, zonder dat de zittende kermisuitbater recht heeft op schadevergoeding.
De kermisuitbaters zijn ertoe verplicht om hun kermisattractie gedurende de ganse duur van de kermisperiode open te houden, volgens de bepalingen opgelegd in Artikel 2. Tevens is het verboden de kermisattractie van zijn decoratie te ontdoen tot na het einde van de kermis.
Met het oog op het afbreken van de kermisinrichtingen mogen de voertuigen en vrachtwagens het kermisplein niet oprijden vóór 21 uur van de laatste kermisdag. Het kermisplein dient om 14 uur de dag na het sluiten van de kermis ontruimd zijn.
Artikel 21 – Schade aan het openbaar patrimonium
Een kermisinrichting mag nooit aan bomen, afsluitingen, lichtinstallaties, verkeerstekens of ander openbaar patrimonium worden vastgehecht. De kermisuitbaters moeten de nodige maatregelen treffen teneinde schade of bevuiling (o.a. door oliën, …) aan de bestratingen, boordstenen, voetpaden en beplantingen te voorkomen.
De kosten voortvloeiend uit gebeurlijke schade of bevuiling zijn ten laste van de schadeverwekkende kermisuitbater.
Artikel 22 – Nutsvoorzieningen en lozen van afvalwater
Iedere kermisuitbater is verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen, waarbij schade wordt berokkend aan de gemeentelijke elektriciteitsinstallatie en/of aan derden, door de aanwezigheid van zijn elektriciteitsinstallatie op het marktplein.
De gebruikte elektriciteitsinstallaties, verwarmingstoestellen, gastoestellen e.d. moeten conform zijn aan alle wettelijke bepalingen en verplichtingen ter zake en mogen de veiligheid op geen enkele wijze in het gedrang brengen. Het college van burgemeester en schepenen kan ten allen tijde conformiteitsattesten opvragen; het gemeentebestuur aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid. In geval van onderbreking van de elektrische stroom, om welke reden ook, is het gemeentebestuur niet aansprakelijk.
Het verkrijgen van elektriciteit, buiten de kermisperiode zoals vermeld in onderhavig lastenboek, is vastgelegd volgens de bepalingen opgenomen in het retributiereglement ‘Tijdelijk ter beschikking stellen van elektriciteit voor openluchtactiviteiten’ en goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 20.12.2019 en latere wijzigingen.
Bij de heraanleg van het openbaar domein werd een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. Het regenwater dat via de straatkolken opgevangen wordt, wordt afgevoerd naar een infiltratievoorziening of naar waterlopen. Er mag derhalve geen beding afvalwater worden geloosd via de straatkolken. Het afvalwater dient via een eigen systeem opgevangen en afgevoerd te worden. Indien vastgesteld wordt dat er toch afvalwater via de straatkolken geloosd wordt zullen onze diensten hieromtrent een proces-verbaal van vaststelling opmaken en wordt dit aan de bevoegde instanties doorgegeven.
Artikel 23 – Gevaarlijke en hinderlijke inrichtingen
De kermisuitbaters zijn verplicht de voorschriften en voorwaarden inzake gevaarlijke en hinderlijke inrichtingen, die op hun inrichting van toepassing zijn, streng na te leven.
Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk wegens schade of ongevallen veroorzaakt door de kermisinrichtingen, hun uitbaters of hun personeel, zowel binnen de kermisinrichtingen als op de openbare weg. Kermisinrichtingen met uithangborden, uitspringende en openslaande luiken of zeilen zijn slechts toegelaten indien ze het verkeer niet hinderen. De hinderende delen moeten op het eerste verzoek van het gemeentebestuur worden verwijderd. Zwiermolens moeten voorzien zijn van een afsluiting ter bescherming van omstaanders.
Artikel 24 – Keuring kermisinrichtingen
De elektrische installaties, zowel voor verlichting of voor drijfkracht, moeten steeds voldoen aan de voorschriften van het A.R.A.B. en het A.R.E.I. terzake en aan de richtlijnen verstrekt door de plaatselijke stroom leverende maatschappij. Ze moeten jaarlijks worden gekeurd door een wettelijk aangenomen controle-organisme.
Alle tussentijdse uitbreidingen of wijzigingen van voormelde installaties geschieden onder algehele verantwoordelijkheid van de eigenaars of beheerders en moeten zonder uitstel een bijkomende keuring ondergaan.
Een gunstig keuringsattest, niet ouder dan 13 maanden, dient te allen tijde te kunnen worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde. Bij gebrek aan voormeld keuringsattest wordt de standplaats vervallen verklaard. Enige schadevergoeding kan in geen geval worden geëist.
Artikel 25 – Brandbeveiliging en verzekering
Tegen brandgevaar moeten onder meer de volgende maatregelen worden genomen:
- alleen elektrisch licht wordt toegelaten voor de verlichting van de inrichtingen en de decoraties;
- de verwarmingstoestellen en de kooktoestellen dienen zodanig opgesteld dat zij alle waarborgen inzake veiligheid tegen brand bieden. Zij moeten op een vloerplaat van onbrandbaar materiaal staan, dat tevens een slechte warmtegeleider is. Het gebruik van verwarmings- of kooktoestellen op basis van alcohol, benzine of petroleum is steng verboden. De in reserve gehouden recipiënten voor vloeibaar gemaakte gassen onder druk mogen geen gezamenlijke waterinhoud van 300 liter of meer hebben, tenzij hiervoor akte of vergunning werd verleend, overeenkomstig de van kracht zijnde bepalingen van het Vlarem.
Iedere kermisinrichting moet beschikken over eigen blusapparaten die jaarlijks door een bevoegde firma worden nagezien. De blusapparaten moeten binnen handbereik op een goed zichtbare plaats worden opgesteld. Het gemeentebestuur is niet verantwoordelijk voor eventuele ongevallen en schade veroorzaakt aan personen of zaken ingevolge plaatsing en uitbating van de kermisinrichting.
De kermisuitbaters zijn verplicht zich voor de duur van de kermis te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid, risico’s van brand en burenverhaal en eventueel arbeidsongevallen.
De verzekeringspolissen met jaarlijkse kwijting dienen te allen tijde aan het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde te kunnen worden voorgelegd; Bij gebrek aan voormelde documenten wordt de standplaats vervallen verklaard. Enige schadevergoeding kan in gen geval worden geëist.
Artikel 26 – Lawaai en elektronisch versterkte muziek
Werktuigen, motoren en generatoren mogen geen geluid of gedreun veroorzaken dat abnormaal hinderlijk is voor de buurt. De dieselmotoren moeten uit staan als de kermis sluit.
Het is de kermisuitbaters niet toegelaten om geluid te produceren dat de omwonenden als hinderlijk kunnen ervaren. Onder meer door een constante, herhaalde en/of eentonige structuuropbouw, al dan niet overheerst door bastonen of schrille en weerkerende signalen.
Alleen tijdens de openingsuren is het maken van muziek en lawaai toegelaten. Na 22:00 uur wordt het geluidsniveau van de muziek in de kermisattractie gereduceerd naar 80 dB(A). Op elektronisch versterkte muziekactiviteiten zijn de geluidsnormen van het Vlarem II, hoofdstuk 6.7. ‘Niet ingedeelde muziekactiviteiten’ van toepassing.
De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, spreken via geluidsversterking en andere storende toestellen worden beperkt tot 78 dB(A) gemeten tegen de gevel van het dichtstbijzijnde gebouw.
Elektronisch versterkte muziek moet automatisch gedempt worden bij gelijktijdig gebruik van luidsprekers door de kermisuitbater, zodanig dat het maximum toegelaten geluidsniveau in totaal niet wordt overschreden.
De luidsprekers mogen enkel aan de binnenkant van de stand worden aangebracht, niet aan de buitenkant. De opening van deze luidsprekers moet naar binnen en naar de grond gericht zijn.
Het is verboden sirenes, claxons en luidsprekers van het hoorntype te plaatsen en/of te gebruiken. Bij gebruik zal de politie deze toestellen wegnemen en bewaren tot na de kermis.
Tenzij er andere bevelen of verordeningen van de bevoegde diensten zijn, mogen er geen geluidsbronnen gebruikt worden vóór 10.00 uur.
De burgemeester kan, in geval van klachten en na vaststelling van de lawaaihinder, te allen tijde het gebruik van storende geluidsbronnen verbieden. De metingen door de politie of bevoegde ambtenaren gebeuren om op het even welke plaats, vijf meter van de geluidsbron verwijderd. Aan de overtreders kan verbod worden opgelegd nog verder gebruik te maken van de geluidsbronnen vanaf de overtreding tot aan het einde van de kermisperiode. De politie zal de apparatuur, verantwoordelijk voor het geluid, bij overschrijding van het maximale toegelaten geluidsniveau, eventueel na een tweede verwittiging, wegnemen en bewaren tot na de kermis.
De burgemeester of zijn afgevaardigde heeft altijd het recht aan de kermisuitbaters bijkomende verplichtingen op te leggen die hij nodig acht om de veiligheid, rust en de goede orde op het kermisterrein te verzekeren. Zo nodig kan de burgemeester overgaan tot sluiting van de inrichting en zonder dat dit aanleiding kan geven tot teruggave van de standplaatsvergoeding of tot het bekomen van schadevergoeding en onverminderd het recht van het college van burgemeester en schepenen vergoeding te vorderen voor de geleden schade.
Artikel 27 – Afval
Er moet worden voorkomen dat afval, papier, enz. in de beplantingen, in de bossen of op de openbare weg worden geworpen. Iedere kermisuitbater is er toe gehouden onmiddellijk na het verloop van de kermis alle afval in en rond zijn standplaats zelf op te bergen. Bij nalatigheid kan de in gebreke zijnde kermisuitbater de toegang tot de kermis worden ontzegd. De nalatigheid zal bij proces-verbaal door het college van burgemeester en schepenen worden vastgesteld, de eventuele uitsluiting van deelname aan de kermis wordt door genoemd college uitgesproken en aan de betrokken kermisuitbater per aangetekend schrijven meegedeeld.
Alle kosten voor het ambtshalve opruimen van de kermisattracties vallen ten laste van de kermisuitbater. Door het college van burgemeester en schepenen zal een verkoopfactuur worden opgemaakt. De berekening van deze kosten zal geschieden overeenkomstig de tariefreglementen geldig bij het gemeentebestuur (personeel & materieel) en bij de IVBO (verbranding). De kosten dienen vereffend door overschrijving op de bankrekening van het gemeentebestuur van De Haan.
Elke kermisuitbater, welke op eender welke manier afval genereert, dient minimum één vuilbak aan hun stand te plaatsen, zij dienen de recipiënten zelf tijdig te ledigen, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van hun inrichting rein te houden.
De kermisuitbater die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt, dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien (minstens restafval en PMD). Deze afvalrecipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen erin gedeponeerd mogen worden. Zij dienen de recipiënten zelf tijdig te ledigen, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van hun inrichting rein te houden.
Om het afval, tot stand gekomen op de kermis, te verwijderen kunnen standhouders gebruik maken van reglementaire afvalzakken/afvalcontainers van de gemeente De Haan. Deze recipiënten dienen op een centrale plaats verzameld te worden op het einde van de kermis.
Artikel 28 – Afschaffen van kermissen
Indien ten gevolge van onvoorziene omstandigheden het college van burgemeester en schepenen verplicht zou zijn kermissen geheel of gedeeltelijk af te schaffen, zullen de gestorte standplaatsvergoedingen geheel of gedeeltelijk worden terugbetaald zonder dat de belanghebbenden enige schadevergoeding van het gemeentebestuur kunnen eisen. Indien de kermisuitbaters hun abonnement behouden en een andere standplaats krijgen dienen de kermisuitbaters 6 maanden vóór het plaats hebben van de kermis hiervan met aangetekend schrijven op de hoogte te worden gesteld. Indien de kermisuitbater zijn abonnement definitief verliest zal de kermisuitbater met aangetekend schrijven 12 maanden vóór het plaats hebben van de kermis met aangetekend schrijven op de hoogte worden gesteld.
Artikel 29 – Taksen, belastingen en retributies
Ten laste van de kermisuitbater zijn alle taksen, belastingen en retributies, zowel tegenwoordige als toekomstige, die de uitbating van de kermisinrichting in de gemeente De Haan treffen.
Artikel 30 – Algemeen gemeentelijk politiereglement
De kermisuitbaters dienen zich strikt te houden aan de bepalingen vermeld in het algemeen gemeentelijk politiereglement en dienen strikt te worden nageleefd.
De kermisuitbaters moeten de onderrichtingen van de burgemeester of zijn afgevaardigde volgen.
Artikel 31 – Onvoorziene gevallen
Elk geval, dat in onderhavig reglement niet wordt voorzien, zal zonder beroep door het college van burgemeester en schepenen worden beslecht, met uitzondering van de gevallen die bij de wet tot de bevoegdheid van andere overheden behoren.
Artikel 32 – Aanvullende voorwaarden
De uitbatingsvoorwaarden zijn bindend maar niet beperkend. Het college van burgemeester en schepenen kan steeds aanvullende voorwaarden opleggen.
Bijlagen
- Downloaden