Dit is het eerste grote verplaatsingsonderzoek na de coronapandemie die een grote impact had op onze mobiliteit. Tijdens die periode gebeurden er minder verplaatsingen, herontdekten we de fiets, maakten we meer verplaatsingen te voet én daalde het gebruik van het openbaar vervoer en taxi’s. Dat effect is grotendeels weggevallen, met één grote uitzondering: het fietsgebruik stijgt verder door, naar het hoogste niveau ooit.
Ook in de vervoerregio Oostende, waar De Haan deel van uitmaakt, stijgt het fietsgebruik jaar na jaar. Zeker de elektrische fiets is niet meer weg te denken uit het straatbeeld: uit het onderzoek blijkt dat 44,4% van de Vlamingen er een heeft. De elektrische fiets wordt intussen vaker gebruikt voor woon-werkverplaatsingen dan de klassieke fiets.
Geen toeval dus dat onze gemeente heel wat investeert in de verbetering van de fietsinfrastructuur: zowel in verbetering van bestaande fietspaden als in de aanleg van nieuwe fietspaden, zoals dat de langs de Grotestraat tussen De Haan en Zuienkerke, en het inrichten van fietsstraten, zoals de de Stationsstraat in De Haan en de Kerkstraat in Wenduine.
Ondanks de opmars van de fiets, blijft de wagen het meest gebruikte vervoermiddel, ook bij ons. Toch toont het onderzoek een lichte daling in het aantal autoverplaatsingen ten opzichte van vóór de coronaperiode. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen dat zich vaker verplaatst met het openbaar vervoer.
Op vlak van duurzame verplaatsingen staat de vervoersregio Oostende op de tweede plaats, na Antwerpen. Meer dan de helft (52%) van alle verplaatsingen in onze regio gebeuren met duurzame vervoersmiddelen, zoals te voet, met de fiets of het openbaar vervoer.
Het volledige analyserapport, tabellenrapport én de visuele samenvatting van Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG 7) kan je raadplegen op www.vlaanderen.be/mobiliteit-en-openbare-werken/onderzoek-verplaatsingsgedrag-vlaanderen-ovg
