Inhoud
Bestemmingsplannen geven aan welke stedenbouwkundige voorschriften van kracht zijn op bepaalde percelen of gebieden. Ze kennen bestemmingscategorieën toe aan percelen en gebieden, zoals bv. wonen, bos, economie, landbouw.
Vroeger
Voorafgaand aan het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening waren er drie soorten ruimtelijke plannen:
de gewestplannen die op het niveau van het gewest opgemaakt zijn tussen 1970 en 1980;
op provinciaal niveau was er geen planningsbevoegdheid inzake ruimtelijke ordening;
op het niveau van de gemeenten waren er de APA’s (algemene plannen van aanleg) en de BPA’s (bijzondere plannen van aanleg).
Er wordt niet ingegaan op de opmaak of wijziging van die plannen gezien ze niet meer kunnen opgemaakt worden sinds de gemeente De Haan beschikt over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS).
De oude plannen met hun bestemmingsvoorschriften en stedenbouwkundige voorschriften blijven slechts van toepassing in de mate ze niet vervangen zijn door nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplannen. Evenwel moet een nieuw plan niet noodzakelijk een oud plan vervangen. Het kan dat ook gedeeltelijk vervangen. In dat geval blijven de voorschriften van de oude plannen voor het niet gewijzigde deel bestaan met hun verordenend karakter.
Nu
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat het vroegere systeem van gewestplanwijzigingen vervangen wordt door zogenaamde Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Een RUP is een plan waarmee de overheid in een bepaald gebied de bestemming en de bouwmogelijkheden vastlegt. Voor alle percelen in een bepaald gebied wordt zo heel duidelijk wat er kan en wat niet. Op basis van stedenbouwkundige voorschriften die zijn opgenomen in het RUP, kunnen stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd worden. Uitvoeringsplannen vertrekken bovendien steeds vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan.
Een RUP bevat o.a. een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is en de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften die verordenende kracht hebben.
De ruimtelijke uitvoeringsplannen zullen langzamerhand de vroegere gewestplannen en bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) vervangen. Het is echter niet de bedoeling dat de RUP’s meteen alle gewestplannen en BPA’s gaan vervangen. Pas als de overheid vindt dat een bepaalde situatie niet langer voldoet, zal ze er een ruimtelijk uitvoeringsplan voor opstellen. Natuurlijk wordt zorgvuldig bestudeerd of zo’n wijziging wel verantwoord is, de bestaande voorschriften veranderen nooit van dag op dag. Tijdens een openbaar onderzoek krijgt elke eigenaar of betrokkene ruim de tijd om zich te informeren en om zijn stem te laten horen. Om geen lacunes te laten ontstaan, blijven de nu bestaande gewestplannen en BPA’s geldig zolang een Vlaams, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ze niet vervangt. Geldt een ruimtelijk uitvoeringsplan uitsluitend voor een deelgebied van het bestemmingsplan (bijvoorbeeld een tracé van een gewestweg), dan valt het bestemmingsplan ook alleen weg voor dat deel.
Bij de vaststelling van een RUP kunnen ook bestaande, niet-vervallen verkavelingen opgeheven worden.
Er worden in Vlaanderen op drie verschillende bestuursniveaus ruimtelijke uitvoeringsplannen aangemaakt:
• op gewestelijk niveau: Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP)
• op provinciaal niveau: Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP)
• op gemeentelijk niveau: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)