Toelage voor aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen

1. Begrippen

Haag

Hagen zijn rijen struiken of houtige gewassen die minstens door jaarlijkse snoei in vorm gehouden worden.

Heg

Heggen zijn rijen struiken of houtige gewassen die vrij uitgroeien en die hooguit tweejaarlijks of minder worden bijgeknipt.

Houtkant

Houtkanten zijn lijnvormige stroken grond, die met bomen en struiken begroeid zijn.

Hoogstambomen

Een boom waarvan de stam en de takken met beperkte vormsnoei vrijuit kan groeien.

Poel

Een poel is een stilstaande waterpartij die zonder kunstgrepen waterhoudend is. Een poel wordt over het algemeen gevoed door zowel grond- als regenwater.

Hoogstamfruitbomen

Hoogstamfruitbomen hebben een stam van 1,75 m tot 2 m hoogte tot aan de eerste dwarstakken.

Bomenrij

Lijnvormige aanplant van bomen van eenzelfde boomsoort, die meestal in een rechte lijn geplaatst zijn.

Knotboom

Een knotboom is een boom waarvan de stam wordt ingekort tot een meter of twee boven de grond. Door nieuwe takken periodiek in te korten tot tegen de stam, ontstaat door een bolvormige vergroeiing de zogenaamde knot.

Hakhoutbeheer

Hakhout is een beheersvorm, waarbij de houtige elementen regelmatig aan de grond worden afgezet en waarna ze terug kunnen opschieten.

2. Toepassingsgebied

Binnen de perken van de voorziene en goedgekeurde kredieten in het jaarlijkse gemeentebudget, kan het college van burgemeester en schepenen een subsidie verlenen voor de aanleg en het onderhoud van bepaalde kleine landschapselementen. De betoelaagbare objecten zijn gelegen in het hele buitengebied van het grondgebied De Haan. Onder het hele buitengebied wordt verstaan: de zones die op het gewestplan aangeduid zijn als agrarisch gebied, parkgebied, natuurgebied en natuurreservaat van de gemeente De Haan.

Als betoelaagbare kleine landschapelementen komen in aanmerking:

  • lijnvormige beplantingen, zoals hagen, heggen, houtkanten en boomrijen en -lanen, die als zelfstandig element in het landschap in de nabijheid van het erf of de huiskavels voorkomen en samengesteld zijn uit streekeigen bomen en/of struiken
  • hoogstammige fruitboomgaarden in de nabijheid van het erf of de huiskavels
  • poelen

3. Subsidie voor aanplant of aanleg van beplantingen

Voor een haag, heg of houtkant

  • 0,50 euro per plant
  • de aanplanting dient een lengte van minimaal 30 m te hebben
  • de plantafstanden zijn: 0,25 tot 0,5 m in hagen, 1 m in heggen en houtkanten
  • het plantgoed heeft een minimum formaat van 60/90 cm

Voor een bomenrij

  • aanplant van hoogstammig beworteld plantgoed: 10,00 euro per boom
  • de aanplanting betreft minstens 10 bomen
  • het plantgoed heeft een stamomtrek van minstens 8/10 cm (gemeten op 1 m boven de wortelhals)

  • aanplant van niet-bewortelde poten: 2,50 euro per stuk
  • de aanplanting betreft minstens 20 bomen
  • de poten hebben ter hoogte van het maaiveld een stamomtrek van 25 cm

  • de plantafstand in rij bedraagt 7 tot 10 m voor hoogstammige bomen en 5 tot 7 m voor knotbomen
  • de jonge bomen moeten voorzien zijn van een steunpaal en een boomband
  • voor een gecombineerde aanplant van een haag of heg met een bomenrij geldt de samenvoeging van de overeenkomstige bepalingen en bedragen

Voor een hoogstammige fruitboom

  • voor de aanleg van een hoogstammige fruitboom: 10,00 per boom
  • het plantgoed heeft een stamomtrek van minstens 8/10 cm (gemeten op 1 m boven de wortelhals)
  • de aanplanting betreft minstens 10 bomen
  • enkel streekeigen rassen komen in aanmerking: appel, peer, pruim, noot, kers en kriek
  • de minimum onderlingen afstand bedraagt: 10 m voor appelaars, 8 m voor perelaars, 6 m voor pruimelaars en 12 m voor notelaars, kerselaars en kriekelaars

Aanplantingen die niet in aanmerking komen voor subsidies

  • afbakening en beplantingen van siertuinen
  • beplantingen of poelen op bebouwde percelen en parkings
  • beplantingen die opgelegd zijn in bouw-, verkavelings- of milieuvergunningen met uitzondering van globale erfinkledingen rond landbouwbedrijven
  • beplantingen die deel uitmaken van voorwaarden begrepen in een kapvergunning

4. Subsidie voor aanleg van poelen

Voor de aanleg van een poel of een drinkpoel voor vee, met een oppervlakte van minimaal 50 m² en maximaal 150 m², ter hoogte van het maaiveld en voldoende diep om het hele jaar door water te bevatten, kan je een subsidie aanvragen van 5,00 euro per m³.

Voorwaarden

  • Structuur
    • de oevers dienen glooiend te worden aangelegd, in de eerste plaats voor wat de noordelijke oever betreft, met een 0,5 m brede zone van 20-30 cm diep, vervolgens een 1 m brede zone van 30-80 cm en een centrale zone van 80 tot 150 cm diep
    • de maximale waterdiepte bedraagt 1 tot 1,5 m met een minimum van 0,5 m tijdens de zomer (behoudens in uitzonderlijke droogteperiodes)
    • de bodem wordt gevormd door het natuurlijk voorkomend substraat van het gebied en de poel wordt op een natuurlijke wijze gevuld met grondwater of lokaal oppervlaktewater
  • Handelingen of gebruiken
    • bij gebruik als veedrinkpoel dient minimum 2/3 van de oevervegetatie rond de poel voor een strook van 1 m breed beschermd te worden tegen vertrapping door het vee door middel van prikkeldraad of een gelijkwaardige afsluiting
    • het gebruik van chemische bestrijdingsstoffen en meststoffen is verboden in een zone van 5 m rond de poel
    • het uitzetten of in stand houden van vissen, eend- en gansachtigen is verboden

5. Subsidie voor onderhoud

Voor onderhoud kun je volgende subsidies aanvragen:

  • de onderhoudssnoei van een haag
    • 0,50 euro per lopende meter, met een lengte van minimaal 30 m
    • de subsidie is om de twee jaar of meer toekenbaar
  • de onderhoudssnoei van een heg of houtkant
    • 2,00 eurp per lopende meter, met een lengte van minimaal 30 m
    • de subsidie is om de vijf jaar of meer toekenbaar
  • het knotten van een knotbomenrij
    • 10,00 per boom
    • de subsidie is om de vijf jaar of meer toekenbaar
  • het heruitdiepen of herstellen van een bestaande (veedrink)poel, om het hele jaar door water te bevatten
    • 1,25 euro per m², met een oppervlakte van minimaal 50 m²
    • de subsidie is om de vijf jaar of meer toekenbaar

Voorwaarden

Knotbomen

  • knotbomenrij of alleenstaande knotbomen
  • stamomtrek van minstens 80 cm op 1 m boven het maaiveld
  • je ruimt alle snoeihout op, op een milieuvriendelijke manier, zonder dat omwonenden hiervan hinder ondervinden

Houtkanten

  • je snoeit of kapt gedeeltelijk, volgens de regels van het hakhoutbeheer, om de vijf tot tien jaar
  • lege ruimten vul je tijdig aan met passende streekeigen soorten

Poelen

  • bij het gebruik als veedrinkpoel bescherm je minimum 2/3 van de oevervegetatie rond de poel, voor een strook van 1 m breed, tegen vertrapping door het vee door middel van prikkeldraad of een gelijkwaardige afsluiting
  • onttrekking van het water mag enkel voor het gebruik als veedrinkpoel
  • om volledige verlanding te voorkomen, ruim je tenminste om de vijf jaar het organische materiaal op de bodem van de poel; dit doe je telkens per helft van de poel en het slib voer je op correcte wijze af
  • als de verlanding te ver is gevorderd, kan je de poel gedeeltelijk of volledig hergraven in het najaar, waarbij je een deel van de bestaande water- en oevervegetatie spaart
  • verwijdering van de waterplantenvegetatie mag slechts deels gebeuren, waarbij je de verwijderde vegetatie – alvorens ze af te voeren – eerst gedurende enkele dagen op de oever te drogen legt
  • de grazige begroeiing rond de poel kan je periodiek maaien in de late zomer of de vroege herfst, met afvoer van het maaisel

Onderhoud dat niet in aanmerking komt voor subsidies

  • afbakening en beplantingen van siertuinen
  • tuinvijvers

6. Algemene bepalingen

  • De toelage wordt toegekend aan de aanvrager. De aanvrager dient gerechtigd te zijn tot het verrichten van de aanleg- of onderhoudswerken waarvoor de aanvraag wordt ingediend.

  • De aangevraagde werken dienen in overeenstemming te zijn en te verlopen met de van toepassing zijn de reglementeringen en gebruiken.

  • De aanvragen voor toelagen worden ingediend:
    • bij het college van burgemeester en schepenen, Leopoldlaan 24, 8420 De Haan
    • via het digitaal loket
  • De aanvraag bevat:
    • de naam, de hoedanigheid, het adres en het rekeningnummer van de aanvrager
    • een liggingsplan met aanduiding van aanplantingen en/of aanlegplaats van de poel(en)
    • een beschrijving van de aard van de voorgenomen werken:
      • aanleg of onderhoud van de aanplantingen
      • haag/heg/houtkant/bomenrij/poel/veedrinkpoel
      • voor beplantingsobjecten: lengte, aantallen, plantafstanden, soort(en) samenstelling, afmeting plantgoed
      • voor poelen: oppervlakte, diepte, volume van de uitdieping
    • voorgenomen periode van uitvoering
    • een becijfering van de aangevraagde subsidie, volgens de gegevens beschreven in punt 3, 4 en 5

  • Je dient de aanvraag in vóór de uitvoering van de werkzaamheden.
  • Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie en het bedrag ervan. Aan de toekenning van de subsidie kan het college van burgemeester en schepenen nadere condities verbinden, met betrekking tot de soortensamenstelling of de uitvoeringswijze.

    De toekenning kan geweigerd worden wanneer het college van burgemeester en schepenen de uitvoering van het voorgestelde werk om natuur- of landschapsredenen of gezien de aard of de staat van het object ongewenst acht. Het college van burgemeester en schepenen moet elke weigering grondig motiveren.

    De toelage die aan een aanvraag wordt toegekend, wordt beperkt tot 300,00 euro per jaar.

    De aanvrager wordt van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen schriftelijk op de hoogte gebracht.

  • Na voltooiing van de werken vraagt de begunstigde de uitbetaling aan bij het gemeentebestuur. Dit kan na voltooiing van het werk én uiterlijk binnen de negen maanden na de kennisgeving van goedkeuring van de aanvraag. De gemeente kan de uitvoering te plaatse controleren vóór de uitbetaling van de toelage.
    Bij aanplantingen voeg je het bewijs van de aankoop van het plantgoed bij je aanvraag tot uitbetaling (uitgezonderd niet-bewortelde poten).

  • De aanvrager verbindt zich tot de nodige instandhoudingszorg voor de beplanting waarvoor subsidie verkregen wordt. De aanvrager staat onder meer in voor vrijwaring tegen vraat van vee of wild, en vervanging van afgestorven of sterk misgroeide exemplaren in het eerstvolgende plantseizoen.

  • Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig uitgevoerd is, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om de subsidie te verminderen, uit te stellen of te weigeren. In geen enkel geval kan een hogere vergoeding dan bij toekenning voorzien, uitgekeerd worden.

  • De subsidie kan volledig of gedeeltelijk teruggevorderd worden, over een periode van 10 jaar, wanneer belangrijke delen van de beplanting of de aangelegde poel door gebrek aan zorg of vervanging niet tot stand komen.

  • Je kan geen beroep doen op de gemeentelijke subsidie als je als aanvrager voor hetzelfde landschapselement in aanmerking komt voor een beheersovereenkomst of subsidie van de Vlaamse Landmaatschappij of een beheersovereenkomst of subsidie van een andere hogere overheid.

  • Dit reglement wijzigt en vervangt het eerder reglement met betrekking tot de toelage voor aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen en treedt in werking op 1 september 2009.